De zilverwilg, ook bekend als wingerd (Salix alba), is een tweehuizige medicinale plant uit de wilgenfamilie. Het is een boom die 20 tot 30 meter hoog kan worden. De jonge twijgen van de zilverwilg hebben zilverachtige, donzige uiteinden, terwijl de oudere twijgen kaal en bruinachtig van kleur zijn. De bladeren van deze boom zijn afwisselend, gaaf, gezaagd, spits, lancetvormig of breed lancetvormig, 5 tot 10 cm lang en 1 tot 3 cm breed.
Wetenschappelijk onderzoek heeft de geneeskrachtige eigenschappen van wilgen bevestigd. Wetenschappers haalden voor het eerst salicylzuur uit deze plant en synthetiseerden talrijke derivaten waaruit de moderne farmaceutische industrie effectieve ontstekingsremmende, pijnstillende en reumatische geneesmiddelen maakt.
De preparaten uit de bast van de zilverwilg kunnen zowel uitwendig als inwendig gebruikt worden. Inwendig gebruik wordt aanbevolen bij gastritis (omdat de bittere stoffen de spijsvertering stimuleren), colitis, dysenterie, koorts, inwendige bloedingen, tuberculose, tyfus, reuma, jicht, gynaecologische aandoeningen, keelpijn en acute aandoeningen van de luchtwegen.
Uitwendig wordt wilgenbast gebruikt om te gorgelen en de mond te spoelen, maar ook voor voetbaden bij spataderen, overmatig zweten van de voeten en huidziekten. Wilgenbast wordt ook gebruikt als kalmerend middel en om de transpiratie te verhogen. Zelfs bij minder frequent gebruik is het effectief bij koorts, hoofdpijn en reumatische aandoeningen.
Thee van wilgenbast wordt aanbevolen bij koorts, hoofdpijn, maagstoornissen, jicht en reuma. Een afkooksel van wilgenbast wordt gebruikt bij diarree (vanwege de samentrekkende werking) en als tonicum bij hypotensie.